Water
Start | Water
Waar denk ik aan bij water?
aan eenden en gesnater
Aan zeeёn en aan sloten
En van die grote boten
Aan held’re, koele dronken
En drassige spelonken
Aan plassen en aan beken
of om iets in te weken
Aan baden en aan kuipen
En kranen, die zo druipen
t Is er in vele vormen
Een hagelbui bij stormen
Een zachte lente-regen
of ijzel op de wegen!
Om te drinken, op te varen
voor het wassen van je haren
Nee, ’t is niet te evenaren
ook als ijs nog te bewaren
‘k Denk aan vis, zó uit de zee
en aan slóten, slóten thee
’t Werkt ook mee aan eb en vloed
soms is ’t zout en soms is ’t zoet
Niets, wat je zó tint’len doet
Water: Mooi, fris, lekker, zacht …
Wat had God dit knap bedacht!
Een mooie dag!