Moeder

Zij had zes kind’ren grootgebracht
dat was een hele klus
En toen de laatste was getrouwd
was ze vijftig plus
Lies was altijd al wat moeilijk
Cor deed vaak niet zo zijn best
Richard stotterde een weinig
en Koos was trager dan de rest
Vader lustte wel een slokje
Niet dat ’t veel was hoor, ach nee
Maar verdraaid zeg, met zijn loontje
bracht het wel wat sores mee!
Zo bracht zij haar kind’ren groot
En dat heel die kinderschaar
het nu zo geweldig doet
is toch mede, dankzij haar!

Maar komt ze nu zo af en toe
ook eens met haar mening an
zeggen soms haar kinderen:
‘Ach, wat weet jij daar nou van …’