Het mag er zijn
Start | Het mag er zijn
Ik loop door het bos. Er is net een stevig buitje gevallen, maar de zon doet alweer haar best om door de wolken heen te breken. ‘Kom maar door met je warme stralen’, moedig ik de zon aan. Ineens valt er een warme gloed aan zonlicht op een open plek tussen de bomen. Als betoverd, blijf ik staan kijken naar de wit-paarse lupines, die lijken te stralen nu het zonlicht op hen valt. Wanneer ik het tafereel eens beter bekijk, valt het mij op dat de fris bloeiende lupines te midden van allerlei omgevallen dode bomen staan. Het klinkt misschien gek, maar ik werd helemaal warm vanbinnen toen ik al dat bloeiende moois zag tussen dat levenloze hout. God wilde mij iets zeggen door dit wonderlijke stukje natuur:
‘Soms vallen er mensen weg uit je leven door ziekte, ouderdom en dood. Dat is enorm verdrietig en ingrijpend. Daar mag je om rouwen en verdrietig over zijn. Dat verdriet hoeft niet gelijk te worden opgeruimd. Het mag een plek in je leven hebben. Maar te midden van rouw en verdriet geeft God ook nieuwe en mooie dingen. En over die nieuwe en mooie dingen mag je blij zijn en ervan genieten. Rouw, verdriet, vreugde en hoop, het mag naast elkaar bestaan. Ik zie jou en neem je bij de hand en leid je door alle fases in jouw dagen.’
Dankbaar voor dit beeld vervolg ik mijn wandeling. Eenmaal thuis besluit ik het op te schrijven, zodat het wellicht ook jou mag bemoedigen.
Een mooie dag!