Het danklied
Start | Het danklied
Geertje werd al drie jaar lang liefdevol verpleegd in een verzorgingshuis.
De laatste 8 weken had ze geen bezoek gehad, dat mocht niet in Coronatijd. Elke dag belden haar kinderen haar, met beeld erbij, prachtig!
Geertje mopperde nooit, ze was dankbaar dat ze zo toch contact had met haar kinderen. Stil en geduldig wachtte ze tot ze hen weer echt zou mogen zien.
En op een nacht was ze zomaar stilletjes heengegaan, naar Hem die haar ziel zo liefhad. Zonder afscheid en zonder dat ze haar kinderen had kunnen zien, acht lange weken.
Een mooie dood, zeiden sommige mensen, maar daar dachten de kinderen anders over. Ze waren intens verdrietig dat hun geliefde moeder zonder afscheid was weggegleden. Zonder een kus, zonder een aanraking.
De begrafenis moest worden geregeld. De aula bij de begraafplaats was klein, normaal was er plaats voor 50 mensen, nu konden dat er maximaal twintig zijn, inclusief de predikant en de begrafenisondernemer, vanwege de kleine ruimte en het besmettingsgevaar.
De kinderen, de kleinkinderen en het oudste achterkleinkind konden erbij zijn en dan hield het op.
De predikant hield een dienst. De troost-boodschap van leven en sterven liet horen dat Geertje niet alleen was geweest in de acht weken dat de kinderen niet mochten komen en dat ze niet alleen geweest was in haar heengaan.
En toen kwam het moment dat ze uitgedragen werd.
Op het kleine kerkhof bloeiden de rododendrons uitbundig, tussen de dennen, in hun intense felle paarse en rode kleuren. De combinatie van de zware dennengeur en de honingzoete geur van bloeiende bloemen was bitterzoet.
De zon strooide gezeefde stralen op het kleine kerkhof en de vogels zongen tegen dit serene decor hun niet aflatende symfonie.
De kleine stoet stopte, toen de kist zakte en het dankwoord werd uitgesproken bleven de vogels op hoge toon hun machtige jubel zingen, hun danklied voor de Schepper Die Zijn kind Geertje zo liefelijk had thuisgehaald.
De troost van de geuren, het licht en de klanken was zo intens.
Het was heel anders dan de kinderen zich hadden voorgesteld, maar het was goed.
Er waren geen medemensen om te troosten, maar Iemand anders troostte deze keer op Zijn wijze.
Een mooie dag!