Afasie
Start | Afasie
84 was ze, Janny. Ze had wat ouderdomskwaaltjes, maar voor de rest was ze gezond en ze genoot van alles wat ze nog kon.
Haar man had ze twintig jaar geleden verloren. Na een paar heel moeilijke jaren, had ze een nieuw evenwicht gevonden. Het verdriet en gemis was er. Toch kon ze ook haar zegeningen weer tellen.
Ze woonde zelfstandig, reed nog auto en deed bezoekwerk bij ouderen, die minder mobiel waren dan zijzelf. Ze hield van lezen en handwerken. Haar dochter, die haar alles was, zag ze elke week.
Janny had een druk en gevuld bestaan.
Tot op die vroege donderdagmorgen, waarop ze merkte dat ze haar hand niet kon bewegen en in de spiegel zag dat haar mond scheef hing.
Het was heel snel gegaan, haar dochter had de ambulance gebeld en na een ziekenhuisopname en een revalidatietraject, werd duidelijk dat Janny niet meer zelfstandig kon wonen.
Autorijden ging niet meer, lezen niet, handwerken evenmin.
Maar het moeilijkste was dat Janny niet meer kon spreken. Ze sprak wel: maar er kwamen heel andere woorden dan de bedoeling was. En niemand begreep haar. Zelfs haar eigen dochter niet.
Janny voelde zich totaal geïsoleerd. Verdrietig en angstig was ze, ondanks de goede zorgen van het verplegend personeel in het huis waar ze nu zat.
Janny begreep alles wat de mensen tegen haar zeiden, maar kon niet in de juiste woorden antwoorden. “Het slaat helemaal nergens op wat oma zegt”, had ze haar kleindochter horen zeggen.
Ze vouwde haar handen.
Hoe moest het nu met haar gebed? Dat kon ze natuurlijk ook niet meer uitspreken.
Ze vertelde haar God van over haar diepe verdriet. Ze voelde dat haar gebed verstaan werd. God begreep haar gebrekkige taal. Er kwam een grote rust in haar hart. Voor de rest zou Hij ook zorgen. Hij was er ook in deze moeite!
Een mooie dag!